Het faillissement van KPNQwest heeft voor het bereiken van Nederlandse internetdomeinen geen problemen gegeven.
'We hebben de domain name servers redundant uitgevoerd', zegt SIDN-directeur Bart Boswinkel. Bovendien houdt de Nederlandse uitgever van internetdomeinen het hoofdbestand met domeinnamen in eigen beheer.
'KPNQwest bewaarde ook voor ons een kopie van de domeinnamen, wij waren een van die 67 organisaties', zegt Boswinkel. 'Maar met het faillissement van KPNQwest hebben we die lijst in eigen beheer genomen, als secundary'.
Secundaries fungeren achter de hand (back up) voor het geval de primaire lijst met Nederlandse internetdomeinen uitvalt. Deze staat in de regel bij derden gehost om te voorkomen, dat alle .nl-domeinen onbereikbaar zouden worden om welke reden dan ook.
Vanochtend berichtten we , dat Europese domeinregistreerders wellicht problemen ondervinden door de uitval van het KPNQwest-net. Volgens Boswinkel valt dat wel mee. De betreffende registreeders hielden kopieen van hun domeinenbestand aan, voor Icann, bij KPNQWest. 'Geen van de registreerders was alleen afhankelijk van KPNQwest'.
Dat er nu ophef in de media ontstaat hierover, valt onder het kopje 'politieke spelletjes'. 'Het meest belangrijk voor ons en voor andere registreerders is de kwaliteit van de dienstverlening naar onze klanten toe. En die is nooit in gevaar geweest', aldus de SIDN-directeur.
Icann wil, voordat het zijn hoofdbestand met internetdomeinnamen bijwerkt, eerst de lokale domeinnamenbestanden van tevoren inzien. Hiermee wil Icann de kwaliteit van DNS-verzoeken verzekeren. Hierop reageren sommige registreerders 'paniekerig. Wij zijn pragmatischer'. Boswinkel vraagt zich af hoe de domeinorganisatie die controle in de praktijk waar kan maken: 'Kijk, wij zijn een middelgrote registreerder met 750.000 .nl-domeinen. Maar hoe moeten ze alle 5,5 miljoen Duitse domeinen controleren, om maar een voorbeeld te geven? Dat wordt lastig'.