Een te snelle stijging van de euro vormt een bedreiging voor het fragiele economische herstel van de eurozone. Dit zegt N. Wellink, president van De Nederlandsche Bank, in een donderdag verschenen interview met de Britse zakenkrant Financial Times.
Met een ,,gelijkmatige'' waardestijging van de euro heeft de Europese Centrale Bank (ECB) geen problemen, aldus Wellink, omdat daarmee het economische proces niet wordt verstoord. ,,Wat ik niet graag zou zien, zijn plotselinge bewegingen.''
Wellink is een stuk openhartiger over de euro dan de president van de ECB, Jean-Claude Trichet. Wellink maakt als president van De Nederlandsche Bank deel uit van het achttienkoppige bestuur van de ECB, dat het rentebeleid in de eurozone bepaalt.
Hoogste koers
Woensdag bereikte de eurokoers het hoogste niveau in zijn vijfjarige geschiedenis. De munteenheid is dit jaar al meer dan 18 procent in waarde gestegen ten opzichte van de dollar. Daarover is grote bezorgdheid ontstaan bij de grote Europese multinationals. Zij zien hun concurrentiepositie aangetast worden door de dure euro.
De ECB probeerde woensdag nog de duurdere euro te relativeren. Bestuurslid Otmar Issing, hoofdeconoom van de bank, zei tegen de tv-zender van het financiële persbureau Bloomberg dat de euro in essentie terug is op het niveau waar die begon. De euro kwam begin 1999 voor 1,16675 dollar op de financiële markten. Momenteel kost de Europese munteenheid ruim 1,24 dollar.
De opmerking van Issing had nauwelijks effect. Valutabeleggers hechtten meer waarde aan geruchten dat de ECB pas bij een niveau van 1,35 dollar bereid is om in te grijpen.