De rente in de twaalf eurolanden blijft onveranderd. Dat heeft de Europese Centrale Bank (ECB) donderdag tijdens haar bestuursvergadering besloten. Het belangrijkste rentetarief blijft daarmee op 2 procent.
Het besluit is in lijn met de voorspelling van analisten. De herfinancieringsrente, de rente die de ECB aan commerciële banken in rekening brengt, blijft daarmee op het laagste niveau sinds 1948. Dat niveau is begin vorige maand vastgesteld. Toen verlaagde de ECB de rente met 0,5 procentpunt.
Analisten waren er ook vanuit gegaan dat de rente niet opnieuw zou worden verlaagd. Zij hadden zich mede gebaseerd op uitlatingen van de president van de ECB, Wim Duisenberg. Hij had eerder deze week in het Europees Parlement gezegd dat het niet aan de ECB, maar aan de nationale regeringen is om hun economieën verder te stimuleren.
Kort voor de bekendmaking van het besluit van de ECB kwam de Britse centrale bank, de Bank of Engeland, met het nieuws naar buiten de rente met een kwart procentpunt naar 3,5 procent te hebben verlaagd. Daarmee kent Groot-Brittannië zijn laagste niveau sinds 1954.
Deze rentewijziging kwam voor veel analisten wel als een verrassing. Zij waren ervan uitgegaan dat de verlaging pas in augustus zou komen. De Britse centrale bank liet de rente vorige maand ongewijzigd. Haar besluit stond toen haaks op de renteverlaging van de ECB. Volgens het monetaire beleidscomité van de Britse centrale bank is de vraag naar Britse producten ,,lager dan verwacht'' en blijft het herstel van de wereldmarkten ,,aarzelend''.