De huishoudens in Nederland hebben in de eerste drie maanden van dit jaar 0,7 procent meer uitgegeven dan in dezelfde periode van vorig jaar. Het percentage blijft daarmee iets achter de gemiddelde consumptiegroei van de laatste twee jaar, die 1 procent bedroeg.
Dit heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendgemaakt. De volumegroei komt vooral voor rekening van de duurzame goederen. Aan grote uitgaven besteedden huishoudens in het eerste kwartaal 2,1 procent meer dan het jaar ervoor. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelden steeg 0,5 procent.
Dat de binnenlandse consumptiegroei is blijven steken op 0,7 procent is vooral het gevolg van stagnerende uitgaven aan diensten. Deze bestedingen vormen bijna de helft van de binnenlandse consumptieve uitgaven. De bestedingen lagen in de eerste drie maanden van 2003 op nagenoeg hetzelfde niveau als een jaar eerder. In 1999 kende de volumegroei in dienstenconsumptie nog een piek (4,8 procent), maar zakte daarna weg.
Bij uitgaven aan diensten gaat het vooral om vaste lasten (huisvesting, medische zorg). Daarna gaat het onder meer om bestedingen bij de horeca, aan cultuur en recreatie, vervoer en communicatie en financiële diensten. Volgens het CBS is vooral bij de horeca fors minder uitgegeven.
Het statistisch bureau viel verder het verschil in groei per maand op. In januari en februari lag het consumptievolume nog 1,3 procent hoger dan dezelfde periode in 2002. In maart viel de groei fors terug tot een krimp van 0,4 procent.