Wetenschappers van de Universiteit van Cardiff, Wales, denken dat ze met de ontdekking van een komeetinslag, zo'n 1.500 jaar geleden, de oorzaak voor de mislukte oogsten en extreme kou uit die tijd hebben gevonden. Het team kwam tot de ontdekking na bestudering van de jaarringen van oude bomen. Daaruit kon worden opgemaakt dat er rond 536-540 na Christus, een periode van extreem koude zomers was geweest, vergelijkbaar met een nucleaire winter.
De wetenschappers geloven dat de oorzaak een komeet was die in de bovenste lagen van de atmosfeer uiteen gespat moet zijn. Het stof en as wat bij deze enorme explosie vrijkwam omsloot daarna de aarde, waardoor zonlicht tegengehouden werd en temperaturen extreem daalden. Historische verslagen uit deze periode uit de geschiedenis, de donkere Middeleeuwen, zijn schaars, maar die er zijn vertellen van mislukte oogsten en vorst in de zomer.
De verrassende conclusie van de nieuwe studie is dat er maar een relatief kleine komeet nodig is om een dergelijk dramatisch effect te veroorzaken. Berekeningen tonen aan dat een komeet van pakweg een halve kilometer in doorsnee, al genoeg is voor een wereldwijde 'nucleaire winter'. Dit is opmerkelijk kleiner dan tot nu toe werd aangenomen. Het aantal kometen dat als 'global threat' wordt aangemerkt neemt hiermee aanzienlijk toe.
De komeetinslag had voor de middeleeuwse bevolking falende oogsten en grote hongersnoden tot gevolg. In dezelfde tijd brak de 'Justiniaanse Pest' uit: naar alle waarschijnlijkheid de eerste builenpestepidemie in Europa. Het is mogelijk dat de ziekte juist toen kon toeslaan omdat de bevolking al verzwakt was door de hongersnood.(fok)