In de hoofdstad van IJsland is donderdag het eerste pompstation op aarde geopend waar auto’s met een waterstofmotor kunnen tanken. Later dit jaar worden ook elders in Europa soortgelijke stations in gebruik genomen die deze vorm van schone energie zullen aanbieden.
De IJslandse minster van Industrie Sverrisdottir sprak bij de openingsceremonie in Reykjavik van een belangrijke mijlpaal op weg naar een maatschappij waarin schone energie de boventoon zal voeren. “Het gebruik van waterstof als energiebron kan commercieel gezien een succes worden”, aldus de minister.
Dat zal nog wel even duren, want op heel IJsland zijn nauwelijks auto’s te vinden die uitgerust zijn met een waterstofmotor. Slechts één voertuig was voorhanden om de opening luister bij te zetten.
Dat kan echter binnen afzienbare termijn veranderen. Diverse autofabrikanten zoals Mercedes-Benz en General Motors komen binnenkort met bestelbusjes op de markt die op waterstof zullen rijden en in Reykjavik gaan de komende maanden de eerste bussen op waterstof in gebruik.
De bouw van het waterstoftankstation vloeit voort uit een project van de Europese Unie om milieuvriendelijke energie te stimuleren. Waterstof zou mogelijk voor een doorbraak kunnen zorgen. De energiebron heeft alleen water als restproduct, in tegenstelling tot gangbare brandstoffen als benzine en gas, die volgens veel wetenschappers mede het broeikaseffect veroorzaken.
Op het tankstation in Reykjavik wordt waterstof gemaakt door middel van elektrolyse van water. Omdat IJsland over veel goedkope waterkrachtelektriciteit beschikt, werd hier een start gemaakt met dit internationale waterstofexperiment. Het station in IJsland is dan ook de eerste in een reeks. Later dit jaar en volgend jaar worden soortgelijke stations geopend in Zweden, Duitsland, Spanje Groot-Brittannië, België en Nederland.
Het waterpompstation in Reykjavik wordt gerund door Shell, die nauw betrokken is bij het waterstofproject van de EU. Volgens de president van de oliemaatschappij, Jeroen van der Veer, kan waterstof in de toekomst een belangrijke energiebron worden, ook in commercieel opzicht. "De gebeurtenis van vandaag betekent een historische mijlpaal voor een duurzame energietoekomst", aldus de topman. Op korte termijn mogen volgens Van der Veer echter geen wonderen worden verwacht.
Het zal minimaal tien jaar duren voordat de waterstoftankstations rendabel zijn. De hoge aanloopkosten en moeizame bevoorrading en distributie van waterstof, alsmede het gebrek aan auto’s die op waterstof rijden, staan een spoedig massaal gebruik van waterstof in de weg.
Op wat langere termijn heeft waterstof als energiebron volgens optimisten echter een grote toekomst. In 2013 zou volgens hen éénderde van de nieuw aan te schaffen auto’s voorzien kunnen zijn van een waterstofmotor.