Maximaal eenderde van de werkenden wordt blootgesteld aan gassen, dampen, stof, huidirriterende middelen of biologisch afval. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het statistisch bureau heeft de werkomstandigheden van Nederlanders onderzocht in de periode 2000 tot en met 2002. Andere resultaten van het onderzoek zijn: bijna 15 procent van de werknemers moet regelmatig aan de slag in een omgeving waar gassen en dampen in de lucht hangen. Tien procent werkt in een stoffige omgeving en nog eens een 10 procent werkt met huidirriterende middelen en biologisch afval.
CBS-onderzoekster I. Beckers waarschuwt voor dubbeltellingen in de cijfers. ,,In het ongunstigste geval gaat het om bijna 35 procent van de werkplekken, maar een werknemer in carrosserieherstelplaatsen voor auto's kan zowel last hebben van dampen als van stof.''
Vooral mensen die in de autobranche werken, worden blootgesteld aan dampen en gassen. Zo zijn acht van de tien werknemers in carrosserieherstelplaatsen regelmatig bezig in een ruimte, waar (uitlaat)gassen of dampen van oplosmiddelen aanwezig zijn. Bij werknemers in de autohandel en -reparatie, schilders, glaszetters en mensen die afval inzamelen, ligt dit percentage rond de 60.
Werknemers in de bouwnijverheid hebben volgens het CBS het meest te maken met chemische stoffen. Acht van de tien werknemers in de kappersbranche moeten regelmatig in de weer met huidirriterende middelen. In de carrosserieherstel werkt ongeveer 60 procent met zulke producten. Daarna volgen schilders, glaszetters en medewerkers van veterinaire diensten.