De maker van het virus Melissa, dat in 1999 voor zo'n 80 miljoen dollar schade aanrichtte, werkt al een paar jaar succesvol samen met de FBI in de jacht op hackers en verspreiders van virussen.
Dat onthult Associated Press op basis van gerechtelijke stukken in New Jersey, die op haar verzoek openbaar zijn gemaakt.
Door zijn nobele arbeid maakte de 35-jarige David Smith onder meer het oppakken van de Nederlandse maker van het Kournikova-virus mogelijk. Hij gaf de FBI diens volledige adres, e-mailadres en gegevens over zijn internetgebruik.
In ruil voor zijn diensten kreeg Smith een mildere straf. Hij zou eerst voor zeven jaar de bak in draaien, maar dat werd later teruggebracht tot twintig maanden.
Smith gebruikte zijn aanzien in de hackerswereld om wereldwijd contact op te nemen met andere makers van virussen en wormen, om ze vervolgens aan de politie uit te leveren.
Ook in het geval van de Nederlander Jan de Wit bemiddelde Smith in opdracht van de FBI. Verder hielp de maker van het Melissa-virus onder meer de Brit Simon Valler oppakken voor het verspreiden van het Gokar-virus. Vallor werd in 2002 veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf.
Melissa verspreidde zich als attachment bij een e-mail waarbij de afzender een bekende uit het adresboek van de besmette pc was. Dat was in 1999 nog een relatief nieuw fenomeen.
Jan de Wit, toen woonachtig in Sneek, is de eerste Nederlander die werd veroordeeld voor het maken van een virus. Hij kreeg voor het verspreiden van het Kournikova-virus een taakstraf van 150 uur.