In Soesterberg hebben de eerste imams hun diploma van de inburgeringscursus in ontvangst genomen. Namens minister Nawijn die was verhinderd, reikte M. Haimé, directeur coördinatie integratiebeleid van het ministerie van Justitie, de certificaten uit.
Van de zeventien imams (vijf Marokkaanse en twaalf Turkse) was er één cursist afgevallen. Sinds 1 januari 2002 geldt voor buitenlandse 'geestelijke bedienaren' de verplichting om een inburgeringscursus te volgen. De toenmalige minister van Minderheden, Van Boxtel, had daartoe het initiatief genomen.
Het belangrijkste dat de imams tijdens de tiendaagse cursus hebben geleerd, is de sociaal-politieke structuur van de Nederlandse samenleving, zei Fuad Hussein, cursusleider van de Marokkaanse groep. ,,Discriminatie is in Nederland bij de wet verboden. Je mag veel denken, maar je mag met je uitspraken anderen niet beschadigen.''
Verder was er aandacht voor de diversiteit van de Nederlandse samenleving en voor het belang van de dialoog. Dat alles werd met praktijkvoorbeelden toegelicht.
Artikel 1 van de grondwet speelde een belangrijke rol in het theoretische deel van de cursus, aldus Hussein, directeur van het Middle East Bureau, dat informatie over het Midden-Oosten en allochtone groepen geeft. Aan de orde kwamen onder meer de positie van vrouwen, andere groepen, het minderhedenbeleid, het verschil tussen de Nederlandse cultuur en die van het land van herkomst.
Alles werd in de eigen taal uitgelegd, waardoor de deelnemers makkelijk de cursus konden volgen en met elkaar in discussie gaan.